Juridische Nieuwsflits augustus 2014 Terug naar nieuwsoverzicht

 

 

Als u deze email niet kunt lezen klik dan hier

 
 

Home | Jongeneel Advocaten

Editie augustus 2014

 

Onredelijke schuldeiser verplicht mee te werken aan redding bedrijf

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie wil een sanering van schulden van een onderneming buiten faillissement mogelijk maken door crediteuren en aandeelhouders die hierbij onredelijk dwarsliggen, te dwingen mee te werken. Doel is de problematische schulden praktisch, snel en met zo min mogelijk kosten aan te pakken om het bedrijf van de ondergang te redden. 

Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat voor advies naar verschillende instanties is gestuurd. De regeling maakt deel uit van het wetgevingsprogramma “Herijking Faillissementsrecht” dat het reorganiserend vermogen van bedrijven bevordert, de bestrijding van faillissementsfraude versterkt en de faillissementsprocedure moderniseert. Met het wetgevingsprogramma wil de bewindsman vooral praktische oplossingen bieden voor concrete problemen, als steun in de rug voor het bedrijfsleven.

lees verder . . .

 

Strengere regels voor webshops

Volgens het CBS startten in 2013 ruim 8 duizend webwinkels, een recordaantal. Dat zijn voornamelijk webwinkels in kleding- en modeartikelen. Kennelijk zien veel mensen een webwinkel als een interessante bijverdienste naast een reguliere baan of naast de zorg voor (kleine) kinderen. De voordelen zijn dan ook duidelijk: u heeft geen bedrijfspand nodig, de afzetmarkt is niet locatie-gebonden en de ondernemer is niet gebonden aan winkeltijden. Kortom, maak een website (of laat er een maken) en word ondernemer! 

Helaas, zo gemakkelijk is het ook weer niet. Ook de webwinkel-ondernemer ontkomt niet aan regelgeving. Deze is vooral gericht op bescherming van zijn klanten, meestal consumenten.

lees verder . . .

 

Werkgever talmt te lang met ontslag, geen dringende reden voor ontslag

De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep oordeelt in de uitspraak van 14 juli 2014 dat de werkgever in de periode na afronding van het onderzoek op 29 januari 2013 tot het moment dat verzoeker in kennis is gesteld van het voornemen hem te straffen, 27 maart 2013, niet voortvarend heeft gehandeld. Niet kan worden aanvaard dat een periode van bijna twee maanden nodig is om verzamelde feiten te kunnen kwalificeren als ernstig plichtsverzuim en verzoeker van deze kwalificatie en het daaraan te verbinden gevolg van een ontslagvoornemen op de hoogte te brengen.

lees verder . . .

 

Ontslag van een bestuurder: doorwerking van aandeelhoudersafspraken in de B.V.

Het regelen van de verhoudingen tussen aandeelhouders in een B.V. blijft een lastige excercitie. Wat kunnen partijen overeenkomen en in welke mate is de B.V. hieraan gebonden? 

Een recente uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam illustreert het probleem. In deze zaak gaat het om een jointventure-vennootschap met vier 25%-aandeelhouders. Drie van de aandeelhouders zijn tevens bestuurder. Na onenigheid omtrent het bestuur wensen drie van de aandeelhouders één van de bestuurders (Kekk) te ontslaan en beleggen daartoe een aandeelhoudersvergadering met als agendapunt het ontslag van Kekk. Voor het ontslag van een bestuurder is blijkens de statuten van de B.V. een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen benodigd, welke tweederde tenminste de helft van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt. Deze bepaling is in overeenstemming met artikel 2:244 lid 2 BW, en is van dwingend recht. In een aandeelhoudersovereenkomst (die van later datum is dan de statuten) zijn de aandeelhouders overeengekomen dat unanimiteit vereist is voor het ontslag van een bestuurder. Nog voordat in de aandeelhoudersvergadering tot het ontslag kan worden overgegaan, wendt Kekk zich tot de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam en vordert onder meer een verbod tot het nemen van een besluit omtrent haar ontslag.

lees verder . . .

 

Geen extra aanmaning incassokosten

Voor het kunnen innen van incassokosten, hoeft de schuldeiser na de bekende ‘veertiendagenbrief’ geen extra aanmaning te sturen. Dit volgt uit een arrest van de Hoge Raad in juni 2014. Eind vorig jaar adviseerde een landelijk overleg van rechters nog om deze extra aanmaning wel verplicht te stellen.

lees verder . . .

 
 
 

 

Terug naar nieuwsoverzicht